Onze ondersteuner Leen Perdaen en Talha schitteren in Klasse

Leen Perdaen begeleidt leerlingen met een verstandelijke of motorische beperking in het regulier onderwijs. Onderstaand fragment werd overgenomen van de website van Klasse.

“Talha heeft het syndroom van Down. Voor de coronapandemie uitbrak, maakte hij grote sprongen. Hij had net leren knippen, dus in de eerste week stuurde ik hem een postpakket met een schaar en gekleurd papier. In een ander pakketje stak ik woordkaartjes, zodat hij de woordjes die hij al kon lezen (fruit, toilet, flink …) thuis kon oefenen.”

“In maart maakte Talha al trapbewegingen. Dus toen ik in de paasvakantie een filmpje ontving waarin hij fietst, schoot ik even vol. Ook ik stuur regelmatig filmpjes. Dan zing ik een lied met onze speciale SMOG-gebarentaal. Videochatten snapt Talha niet goed. Daarom wees ik zijn vader op de klasblog, waar ouders foto’s van hun kind posten. Zo blijft Talha deel van de klasgroep.”

Leen Perdaen (ondersteuningsnetwerk ExpAnt 24) begeleidt leerlingen met een verstandelijke of motorische beperking in het regulier onderwijs. Met kleuter Talha (5) versterkte de band tijdens de coronapandemie.

“Ik bel regelmatig met Talha’s vader, juf en met de logo en kine van zijn revalidatiecentrum. Iedereen vond het jammer dat de school wegviel, net nu hij zo goed bezig was. “Kan je niet bij ons thuis komen?” vroeg zijn vader. Een stoepbezoek was geen optie, want zij wonen in Antwerpen en ik in Sint-Niklaas. Nu andere leerjaren in Talha’s school weer opstarten, waagde ik mijn kans bij de directeur van basisschool Heilig Hart. Of ik Talha een paar uur per week mocht ondersteunen in zijn eigen klasje?”

“Wat onwennig stapte hij die eerste dag het lokaal in. Een laatste keer zwaaien naar papa, en dan een rondje langs al het speelgoed dat ik voor hem had uitgestald. Na 10 minuten keek hij naar me op en gebaarde ‘blij’. Maar een klas zonder klasgenootjes? Na een poosje nam Talha zelf alle naamkaartjes van het klasbord. Want die waren er niet! Dat ik hem niet kan uitleggen hoe dat komt, vind ik moeilijk. Gelukkig zitten we tijdens de speeltijd in de bubbel van de noodopvang. Zo kan Talha toch met een klasgenootje spelen. En ik regel dat hij binnenkort ook zijn juf even ziet.”

“Ondersteuners moeten zich in deze periode aan 1 school verbinden. Voor mij was de keuze snel gemaakt. Mijn 2 andere kleuters gaan naar een zelfstandige kleuterschool die nog niet opstart. En mijn 2 tieners bereik ik via videocalls. Maar ik ga hen zeker een stoepbezoek brengen, nu ik weer de Schelde over mag.”

Lees het volledige artikel op de site van Klasse.